Over de fusie van cbs H.H. Simonides en obs Roodschoul

Nu het voorstel voor de scholenspreiding definitief is, start de fase van de formele besluitvorming. Voor Baukje Meinema (directeur cbs H.H. Simonides) en Jaap Lesman (locatiecoördinator obs Roodschoul) kan deze fase niet snel genoeg gaan. Per 1 augustus 2015 zullen hun scholen fuseren tot een samenwerkingsschool. Ze zien het helemaal zitten, maar er moet voor die tijd nog veel gebeuren. In gesprek met hen over het vormgevingsproces van de nieuwe school in Roodeschool.

Simonides SDO2146-2

Hoe wordt er aangekeken tegen de samenwerking?

Jaap: “Eigenlijk ontstonden de plannen voor een samenwerkingsschool een paar jaar geleden al. Bij ouders op het voetbalveld. In dit dorp gaat iedereen naar dezelfde gym- of voetbalclub. Dus waarom niet naar dezelfde school? Omdat we ook vanuit onderwijskundig perspectief de voordelen zagen, hebben we elkaar toen al opgezocht. Draagvlak voor de fusie is er, ook onder de leerkrachten.” Baukje: “Dat de samenwerking vervolgens stil heeft gelegen, komt omdat het bestuur eerst een goed en zorgvuldig onderbouwd scholenspreidingsplan wilde maken.”

Welke onderwijskundige voordelen heeft de samenwerking?

Baukje: “We hebben nu combinatieklassen met drie leeftijdsgroepen. Omdat je ook binnen de leeftijdsgroepen te maken hebt met verschillende niveaus, kom je voor taal of rekenen al snel op negen instructiemomenten terecht. Dat is zwaar voor leerkrachten, ook al zullen ze dat niet snel laten merken.” Jaap: “En zolang je een goede beoordeling van de inspectie krijgt, ga je daar gewoon mee door.” Baukje: “Met ruim 80 leerlingen kunnen we combinatieklassen van twee leeftijdsgroepen maken. Dat maakt je een stuk minder kwetsbaar.”

In hoeverre lijken jullie scholen op elkaar?

Jaap: “Onze scholen lijken heel veel op elkaar. We hanteren dezelfde waarden en normen, en gebruiken, behalve voor taal, dezelfde methodes.” Baukje: “Vanaf het moment dat we wisten dat we samen zouden gaan, zijn we de methodes op elkaar gaan afstemmen. Verder passen we allebei elementen uit het daltononderwijs toe.” Jaap: “Eén van de verschillen tussen ons is natuurlijk de identiteit. Voor de levensbeschouwelijke lessen zullen we een goede vorm moeten vinden. Maar voor de rest zien we niet zo veel onderscheid. Je kunt niet spreken van christelijk lezen of openbaar rekenen.”

Hoe zouden jullie vorm willen geven aan het levensbeschouwelijk onderwijs?

Baukje: “Een mogelijke vorm is om aparte christelijke en openbare levo-lessen te geven en ouders en kinderen jaarlijks, voorafgaand aan het schooljaar, te laten kiezen welke ze willen volgen.” Jaap: “De laatste tijd gaan er op samenwerkingsscholen steeds vaker stemmen op om alle kinderen dezelfde levo-lessen te geven. Omdat scholen zien dat ouders en kinderen nieuwsgierig zijn naar andere levenbeschouwelijke overtuigingen.” Baukje: “Op openbare scholen was altijd al sprake van levenbeschouwelijke diversiteit. Maar op christelijke scholen zie je ook verschillen in overtuiging. De ene ouder gaat bijvoorbeeld naar de kerk, terwijl de andere dat niet doet. Ouders bezoeken ook diverse kerkgenootschappen. Het is aan de identiteitscommissie om de levensbeschouwelijke identiteit invulling te geven. De identiteitscommissie zal bestaan uit een vertegenwoordiging van ouders en personeel van beide richtingen.”

Wat moet er na de formele goedkeuring gebeuren?

Baukje: “Samen met een trajectbegeleider, medewerkers en ouders moeten we onderwerpen op het gebied van onderwijs, personeel, identiteit en huisvesting verder gaan uitwerken. Zodat we precies weten hoe onze nieuwe school er straks uit gaat zien. Dat moet zorgvuldig gebeuren. Omdat niet alle medewerkers mee kunnen naar de nieuwe school, moeten we bijvoorbeeld goed weten hoe het nieuwe team eruit moet komen te zien, en wat de wensen en behoeften van de medewerkers zijn. Belangrijk is dat iedereen uiteindelijk een passende plek krijgt binnen VCPO of L&E.” Jaap: “Zo hebben we voor 1 augustus nog veel te doen en zullen we goed moeten kijken welke dingen prioriteit hebben.”

Welke dingen hebben nog meer prioriteit?

Jaap: “Op 1 augustus moet voor iedereen in de nieuwe school duidelijk zijn hoe we met elkaar willen omgaan. Wij vinden het onder andere belangrijk dat we elkaar positief benaderen. Dat we kinderen complimenteren voor wat ze goed doen. Je zult zien, dan wil iedereen graag een complimentje.” Baukje: “Verder vinden we het belangrijk dat de kinderen zich veilig voelen. Dat ze weten bij wie ze straks in de klas komen en hun nieuwe klasgenootjes al een beetje kennen.” Jaap: “Daarom willen we een aantal dingen al samen gaan organiseren. Zoals het schoolvoetbaltoernooi, de koningsspelen en de schoolreis.” Baukje: “Belangrijk is dat we vanaf het begin ouders betrekken en ze goed op de hoogte houden van wat er gebeurt. Daarom willen we, net zoals dat nu ook bovenschools gebeurt, een gezamenlijke nieuwsbrief gaan uitbrengen.”

Hebben jullie zin om ermee aan de slag te gaan?

Baukje: “Er is nog veel te doen en we zullen zeker nog wel wat hobbels tegenkomen, maar we hebben er zin in.” Jaap: “We zien met de fusie ook veel nieuwe mogelijkheden. Samen willen we er iets moois van maken.”